Op bladzij 125 van de nieuwe roman van Piter Boersma (1947) denkt de hoofdpersoon, Fimme Lap, terug aan het moment dat hij voor het eerst met Tetsje – later zijn vrouw – op de dansvloer stond. Hij heeft zich nooit meer beter gevoeld dan toen. En dan krijgt hij ineens het idee dat hij vanaf dat moment geleefd heeft als een gevangene van dat gevoel. Hoewel, nee, per slot van rekening heeft hij zich altijd vrij gevoeld.
Ja, wat is het nu, zou de lezer zich geïrriteerd kunnen afvragen, maar die heeft Fimme Lap inmiddels al ruim honderd bladzijden leren kennen en snapt hem heel goed, daar heeft Piter Boersma wel voor gezorgd.… Lês fierder