
Ik zat er naast, bijna vijftien jaar geleden, in dit zelfde tijdschrift. Ik besprak de zorgen die de onderzoekers Koen Jaspaert en Sjaak Kroon hadden geuit over de erkenning van streektalen als het Limburgs en het Nedersaksisch. Zij waren onder andere bang dat dit het beleid over regionale talen uit het lood zou trekken: de ‘erkende talen’ zouden een ereplaats krijgen, de aandacht zou naar hen gaan. Het feit dat het verschil tussen pakweg het Limburgs en het Brabants slechts gradueel is, en het feit dat de een ‘erkend’ is en de ander niet, feitelijk van weinig betekenis zou moeten zijn, die feiten zouden gaandeweg uit beeld verdwijnen. Ik deed daar wat ironisch over, van een beetje erkenning was nog nooit iemand dood gegaan, was mijn stelling toen.
Lês fierder by Marc van Oostendorp op Neerlandistiek