
Wat vind jij van De Gedichtenwedstijd?
Deze vraag werd mij onlangs per e-mail gesteld. Het bericht in mijn inbox was afkomstig van Prijs de Poëzie, de club achter jaarlijkse poëzieprijzen als De Gedichtenwedstrijd, de Johnny en de Grote Poëzieprijs. Prijs de Poëzie is op de een of andere manier verbonden met de door Gerrit Komrij opgerichte Poëzieclub en poëzietijdschriften als Awater en de Poëziekrant. Hoe die relatie precies in elkaar zit, heb ik niet kunnen achterhalen.
Toen ik de e-mail opende zag ik dat het om een enquête ging die ik als recente deelnemer aan De Gedichtenwedstrijd mocht invullen. ‘Hoe tevreden ben je over je deelname aan De Gedichtenwedstrijd?’ luidde de eerste vraag. Omdat ik dit jaar niet heb gewonnen heb ik naar eerlijkheid ‘niet erg tevreden’ aangeklikt. ‘Ken je de tijdschriften Awater en Poëziekrant?’ was een andere vraag, die ongeacht mijn bevestigende antwoord werd gevolgd door: ‘Zou je deze tijdschriften willen leren kennen?’ Omdat het in dit soort enquêtes nooit echt mogelijk is de werkelijke zwakheden van het geënquêteerde aan de kaak te stellen, leek het mij opportuun de hoofdvraag van Prijs de Poëzie – Wat vind jij van De Gedichtenwedstijd? – bij de horens te vatten en er ter lering ende vermaak een volwaardige Recensiedokter aan te wijden. Ik begin met een analyse van de recente prijswinnaars. Daaruit blijkt dat De Gedichtenwedstrijd kampt met een behoorlijk middelmatigheidsprobleem. Vervolgens zal ik aan de hand van mijn eigen ervaringen (met excuses voor de persoonlijke anekdotiek) een voorstel doen om van De Gedichtenwedstrijd toch een waardevol initiatief te maken.
Lês fierder by Evi Aarens op Neerlandistiek